Je bent jong en….mantelzorger

Deze week is het de  “Week van de jonge mantelzorger”.  In Nederland zijn er zo’n 4,4 miljoen mensen die  (onbetaald) zorgen voor of hulp bieden aan een naaste die ziek of hulpbehoevend is. Het gaat daarbij om hulp die verder gaat dan een keer een boodschap doen voor je buurvrouw of zorgen voor je partner die een paar dagen ziek is. Mantelzorgers zijn vaak volwassenen die naast hun baan ook nog de taak op zich nemen om voor een ander te zorgen.

Maar er zijn ook heel veel jongeren die met mantelzorg te maken krijgen. Omdat een ouder ziek of hulpbehoevend is, omdat opa of oma niet meer voor zichzelf kunnen zorgen of omdat een broertje of zusje te maken heeft met ziekte of handicap. Er zijn talloze situaties te bedenken waarin jongeren te maken krijgen met mantelzorg. Heftig, als je bedenkt dat het kinderen zijn die nog volop in ontwikkeling zijn, naar school gaan en eigenlijk onbezorgd met vriendjes en vriendinnetjes moeten kunnen afspreken. Zorgen voor iemand waar je veel om geeft, heeft grote impact op je jeugd en je verdere leven. Niet alleen negatief, zeker niet. Ik spreek uit ervaring.

Als jong meisje kreeg ik al te maken met mantelzorg. Ik was pas een jaar of 6, maar mijn ouders werden van de ene op de andere dag mantelzorger en dat merkte ik als kind maar al te goed. Mijn oma kreeg meerdere herseninfarcten en kwam in een verpleeghuis terecht. Mijn opa, een hardwerkende, eigenwijze boer, besloot op een dag dat mijn oma daar weg moest. Ze was daar niet op haar plek en kreeg volgens hem niet de zorg die ze nodig had. Hij nam haar mee en besloot op dat moment dat hij samen met de familie voor haar ging zorgen. Thuis, bij hem op de boerderij. Een liefdevolle maar ingrijpende beslissing, die, zo bleek later, nog lange tijd zou nagalmen.

Opa nam oma mee naar huis en schakelde het gezin in. Van de 9 kinderen waren er enkele werkzaam als verzorgende of verpleegkundige. Kennis genoeg dus. Dat, aangevuld met de handjes van de overige kinderen en de thuiszorg, maakte dat er in korte tijd een rooster lag om U tegen te zeggen. Dag en nacht was hij bij haar. En als hij er niet was, was een van de kinderen er. Waaronder dus mijn vader.

Mijn vader was (en is) een ambitieuze man, werkte meer dan fulltime en was minimaal 2 avonden per week weg voor zijn werk. Daarnaast had hij regelmatig “dienst bij oma”, zoals wij het noemden. Dat zorgde soms voor  wat gedoe thuis, omdat mijn moeder  niet altijd blij was met de afwezigheid van papa. En geef haar eens ongelijk, zij had de zorg voor 2 kleine kinderen, want inmiddels had ik er een zusje bij gekregen.

Oma ging achteruit, kreeg nog meer infarcten en de zorg werd zwaarder. Geen moment twijfelde opa: oma bleef thuis wonen en wij gingen dit klusje klaren. Ik was het oudste kleinkind en inmiddels ook al wel in staat om voor oma te zorgen. Geen luiers verschonen of katheter verwisselen, maar toch op zijn minst daarbij helpen. Of met alle geduld van de wereld haar mee uit bed halen, aankleden en hapjes eten of slokjes drinken geven.

Al die jaren dat mijn vader “dienst had bij oma” ging ik met hem mee waar ik kon.  Ik voelde me als oudste kleinkind enorm verantwoordelijk. En natuurlijk waren er ook momenten dat ik geen zin had, niet mee wilde of er even helemaal klaar mee was. Want als je 2 of 3 keer per week ‘dienst’ hebt bij je oma en er vervolgens een uur over doet om haar een half glaasje water te laten drinken, is de rek er ook wel eens uit, zeker in de puberteit.
Maar uiteindelijk deed ik het,  met alle liefde, meer dan dat zelfs. Ik hield zielsveel van haar maar vond het ook mijn plicht. En daar wringt de schoen. Want mantelzorger, dat ben je niet altijd (of bijna nooit) vrijwillig. Het overkomt je.

Ik was een kind, maar voelde haarfijn aan wat nodig was. Van nature ben ik een pleaser en heel gevoelig voor sfeer en behoeftes van anderen, dus voor mij was het een tweede natuur, die rol van mantelzorger. Ook toen later mijn eigen vader ziek werd, paste die jas me prima. Maar heftig is het wel. Dat merk je misschien niet op dat moment, omdat je het gewoon doet, omdat je eigenlijk geen keuze hebt en, in mijn geval, mee gaat in het systeem van je ouders. Maar achteraf merk je pas welke impact het heeft gehad. Op mijn ouders, mijn familie en mijzelf.

Ruim vijftien (!) jaren verstreken, totdat mijn oma in de zomer van 2003 overleed. Bijna 2 weken lang woonden we die zomer met de hele familie, de kinderen, hun partners en alle kleinkinderen, bij opa en oma op de boerderij. Het was een hete zomer, we speelden buiten, aten iedere dag samen en zaten bij oma aan het bed. We sliepen met alle kleinkinderen op de ruime bovenverdieping en werden meerdere malen uit bed geroepen omdat degene die waakte, dacht dat het zover was. Maar oma hield vol.

Tot de dag dat het laatste kleinkind vanuit haar vakantieadres op het nest terug was.  De dag dat de familie weer compleet was, besloot mijn oma dat het genoeg was. Met mijn opa’s hand in de hare, ging ze. En hoewel we natuurlijk enorm veel verdriet hadden om haar overlijden, waren we ook opgelucht. Haar kwaliteit van leven liet al jaren te wensen over. Ze kreeg liefde en aandacht genoeg, maar kon zelf naarmate de jaren verstreken, bijna niets meer. Daarnaast werd het voor ons allemaal een steeds grotere opgave om het vol te houden. Dat was lastig om toe te geven, maar het is wel de waarheid. Want met hoeveel liefde ik ook voor haar zorgde, het werd meer en meer een verplichting. Nooit was er eens een spontaan bezoek aan oma.  Daarnaast had iedereen gewoon zijn werk, eigen bedrijf, gezin of in mijn geval toen ik wat ouder was, studie in een andere stad. Maar goed, we hielden vol. Met liefde.

De twee weken rondom haar overlijden waren voor mij twee hele belangrijke weken. Het was de perfecte afsluiting van een hele intense periode die langer duurde dan menigeen had gedacht. En perfect klinkt misschien cru in deze context, maar het wás perfect. We waren er allemaal, samen, zoals we het al die jaren hadden gedaan. En dat ging echt niet altijd goed, ieder huisje heeft zijn kruisje, maar we hebben het toch maar mooi geflikt. En dát gevoel, die saamhorigheid en de gedeelde liefde voor iemand die ons zo dierbaar was, zorgt ervoor dat ik met dankbaarheid terugkijk op die periode. De periode van overlijden,  maar ook de periode van mantelzorgen. Het heeft mij mede gevormd, al jong zag ik hoe het is om voor iemand te zorgen. Hoe het is om ziek te zijn, steeds meer hulp nodig te hebben. Ik merkte toen al dat ik daar goed mee om kon gaan. Dat ik het geduld had om haar te geven wat ze nodig had. Dat ik met haar kon praten, haar begreep, haar emoties kon lezen toen ze nauwelijks meer kon praten.

Later, toen mijn ander oma ziek werd, ervoer ik dat ook. Van nature ben ik ongeduldig, maar als iemand ziek of hulpbehoevend is, maakt zich een bepaalde rust van mij meester. Heel gek, maar dan heb ik alle geduld en doe ik álles wat in mijn macht ligt om de ander te helpen.  Het kost me weinig moeite me in de ander te verplaatsen en de ander te helpen. Misschien heb ik daarom ook wel voor een opleiding Gezondheidswetenschappen gekozen, ben ik werkzaam in de zorg en heb ik vorig jaar mijn hart gevolgd met de start van Leven In Letters.

Na zo’n lange tijd zorgen voor zijn vrouw, viel mijn opa na haar overlijden in een zwart gat. Zijn doel in het leven was weggevallen.  De leegte was enorm. Die leegte, daar moet aandacht voor zijn. Want de zorg valt dan wel weg, maar de zorgen blijven. Het zit zo in je systeem, dat laat je niet zomaar los. Ook bij jonge mantelzorgers, die nog een heel leven voor zich hebben, is goede begeleiding belangrijk. En als die goede begeleiding er is, durf ik te stellen dat mantelzorgen ook hele mooie dingen kan brengen. Het maakt je misschien (te) snel volwassen, maar geeft je ook waardevolle inzichten en ervaringen die je anders nooit zou hebben op die leeftijd. Zaken die je meeneemt in de rest van je leven.

Een jaar na het overlijden van oma, stierf mijn opa. Ze waren weer samen. En ik? Ik denk nog heel vaak aan ze. Mis ze op de gekste momenten. Maar ik ben ook dankbaar voor de levenslessen die ze me leerden. Dankbaar dat ik daarom in mijn werk mantelzorgers mag begeleiden en ondersteunen. En voor het feit dat ik als geen ander weet hoe belangrijk het is om aandacht te hebben voor mantelzorgers. Voor hen, jong én oud, die dag en nacht klaarstaan voor de ander. Die steeds als ze een bekende tegen het lijf lopen, antwoord moeten geven op de vraag hoe het met de zieke is.

Dus, de volgende keer als je er eentje in het wild tegenkomt, denk aan deze blog en vraag eens:  “Goh, maar hoe is het nu eigenlijk met jóu?”.

 

 

Wil je meer informatie over mantelzorg of weten waar je terecht kunt met vragen?
https://mantelzorg.nl/ of https://www.weekvandejongemantelzorger.nl/

Deel deze post via:

WhatsApp
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *