In de frontberichten* van mijn collega, anesthesiemedewerker Kim, zie ik de gangen van het ziekenhuis waar ik werk. Die gangen zijn hartstikke leeg. Kim vertelt dat het, ondanks de lege gangen, hard werken is. Dat het verloop van Corona (Covid19) en de onmenselijke omstandigheden waaronder mensen overlijden, schrijnend zijn. Kim geeft me een inkijkje in haar werk. Maar ze laat me ook het lege ziekenhuis zien. De centrale hal is uitgestorven.
Terwijl er elders in het ziekenhuis keihard wordt gewerkt. Om levens te redden, om lijden te verlichten, om dat wat onmenselijk is, menselijk te maken. Dat beeld, van dat lege ziekenhuis waar normaal gezien zoveel mensen lopen, waar ik slalommend tussen de bezoekers mijn weg moet zoeken naar het personeelsrestaurant. Dat beeld, gaat maar niet van mijn netvlies.
Ik werk al heel lang in de zorg. Ik kan de boel rationaliseren, weet dat we in 2018 zo’n 9500 doden betreurden aan influenza, maar toch. Dit voelt anders. Dit is zo ingrijpend. Dit is de realiteit.
Ik ben geen directe zorgverlener, sta niet ‘met de handen aan het bed’, maar ik probeer de zaken achter de schermen zo te regelen, dat de zorgverleners hun werk kunnen doen. Ook belangrijk, maar toch voelt het deze dagen alsof ik aan de zijlijn sta. Machteloos.
Wat me bezighoudt, is de impact van dit alles op het dagelijkse leven. De snelheid waarmee Covid19 toeslaat, de snelheid waarmee mensen overlijden, de impact die het heeft op collega’s. En niet alleen op zorgverleners aan het front maar ook op de mensen die voor ándere patiënten zorgen. Want die zijn er ook. Patiënten wiens afspraken verzet zijn of die een aangepast behandeltraject ondergaan omdat er geen risico’s genomen worden. Patiënten die moeten wachten op de behandeling waar ze al tijden naar uitkijken. Patiënten die in onzekerheid zitten over hoe de toekomst er voor hen uit gaat zien. Ook die zorgverleners voeren dagelijks een innerlijke strijd. Zij kunnen hun patiënten niet de optimale behandeling geven. Al was het maar omdat ze telefonische spreekuren moeten houden of via beeldbellen een consult moeten doen.
Wat tref ik aan als ik straks, als dit allemaal achter de rug is, weer in het ziekenhuis kom? De wachtlijsten lopen op, uitgestelde behandelingen en operaties moeten worden ingehaald. De inhaalslag die gemaakt moet worden, zal enorm zijn. En die inhaalslag, moet worden gemaakt door hen die nu keihard werken om deze crisis te boven te komen. Aandacht voor de gezondheid van medewerkers is dus van enorm belang en godzijdank wordt daar door veel zorgorganisaties flink op ingezet. Dat moet ook, want het werken met Covid19 patiënten is vermoeiend, lichamelijk zwaar en emotioneel belastend.
Wat we ook niet uit mogen vlakken, is de impact van dit alles op gezinnen. Want dat thuiswerken klinkt leuk, maar ik spreek uit ervaring als ik zeg dat het soms best tegenvalt. Ik heb een fijne, rustige werkplek thuis, maar ook 2 kinderen én een man met een baan. Onze oudste heeft begeleiding nodig bij haar schoolwerk, manlief heeft ook zijn planning en de jongste wil gewoon spelen, voetballen en vraagt aandacht zoals kleine kinderen die kunnen vragen. Gelukkig hebben we inmiddels duidelijke afspraken, een dagstructuur en de oudste verbaast ons met haar ijzeren discipline als het gaat om haar schoolwerk. Tel daar het mooie weer en de fijne tuin die we hebben bij op en het valt allemaal best mee. Maar toch, toen ik dinsdag hoorde dat de scholen dicht blijven tot en met de meivakantie, zakte de moed me heel even in de schoenen. Heel even maar. Want toen schonk ik een wijntje in en bedacht ik me dat we het zo slecht nog niet hebben.
Een fijn huis, allebei een baan, een eigen bedrijf dat ondanks corona nog best aardig loopt, 2 schatten van kinderen die ik af en toe achter het behang wil plakken en niet onbelangrijk; wij en onze naasten zijn nog allemaal gezond. Ik realiseer me dat er mensen zijn die het slechter treffen. Die geen tuin hebben, geen werk hebben of eigenaar zijn van een bedrijf dat gesloten is door de crisis. Die hun dierbaren verliezen aan deze sluipmoordenaar die de wereld nu in zijn greep heeft.
Die mentaal of lichamelijk de lasten ondervinden van het thuiszitten of juist van het harde werken in het ziekenhuis.
Laten we in deze periode vooral respect hebben voor elkaars realiteit. Want iedereen is anders en iedere situatie is anders. Oordeel niet te snel over iemands gesteldheid, draagkracht of gedrag. Heb oog en oor voor de ander, zet waar mogelijk een stapje extra, help elkaar en praat met elkaar over wat dit met je doet.
Dit is nu de realiteit. Daar moeten we mee dealen. En dat kunnen we, zeker weten.
Zolang we afstand houden en elkaar tegelijkertijd heel stevig vasthouden.
*https://www.bnnvara.nl/frontberichten/videos/540194
*Het programma “Frontberichten” wordt iedere dag rond 22:00 uur uitgezonden bij BNN/Vara op NPO2